Muziekmaken is onloskoppelbaar verbonden met mijn leven. Zo lang ik me kan heugen maak ik muziek en geeft muziek op een of andere manier zin aan mijn leven. Begonnen als koorknaap in diverse koren in Eindhoven, heb ik gaandeweg mijn weg gevonden in het muziekleven. Via het begeleiden van kerkkoren (Tony Baars heeft hierbij voor mij een grote, misschien zelfs doorslaggevende rol gespeeld), heb ik een aantal jaren een meisjeskoor gedirigeerd in Strijp. Dit was geen groot succes omdat ik zelf te jong was om muzikaal leiding te geven aan een groep meiden die van dezelfde leeftijd waren. Hormonen speelde toen zeker een te grote rol. Pianospelen bij een jongerenkoor lag me meer.
Tijdens mijn studietijd ben ik begonnen met het Tilburgse koor Canzonetta. Ik heb dat twee jaar of zo gedirigeerd maar uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat ik meer de klassieke kant op wilde en het koor meer zag in het zogenaamde 'lichtere' genre. Het kan verkeren. Ondertussen was ik dirigent geworden van het kerkkoor van 'Magere Josje' in Tilburg en kon ik daar mijn muzikale ei volledig kwijt. Het werd tijd om mijn vleugels uit te slaan en ik werd meteen na mijn eindexamen koordirectie Uitvoerend Musicus dirigent van het Princenhage's Mannenkoor waar ik 30 jaar als dirigent zou blijven. Ondertussen kwamen daar het Koninklijk Tilburgs Mannenkoor St. Caecilia, het JeroenBosch Koor (waar ik nu nog dirigent ben!), Het Residentiekoor en het Toonkunstkoor Breda bij. Ook dirigeerde ik enkele kamerkoren. Het Consortium Musicum Divertimento liep daar bijna 20 jaar als een rode draad doorheen en in die 20 jaar werd de grote vakantie van ons gezin bijna helemaal gedomineerd door het 'werk' met dit leuke gezelschap. Daarnaast dirigeerde ik verschillende kamerkoren waarbij het Kamerkoor BonTon mij het dierbaarst was en waar ik met zekere weemoed op terugkijk. Het dirigeren van het symfonisch orkest Brabant Sinfonia geeft mij veel voldoening.
In mijn leven heeft het muziekverenigingsleven dus een grote rol gespeeld. In mijn jeugd als lid en vanaf mijn 15de steeds meer in de rol van artistiek verantwoordelijke. In de 57 jaar dat ik actief ben in het verenigingsleven is er heel veel veranderd. Veel veranderingen zijn absoluut ten goede gekomen aan de manier waarop binnen verenigingen mensen met elkaar omgaan. Waar vroeger de leden weinig inbreng hadden op het beleid, worden zij nu nadrukkelijk geconsulteerd bij alles wat er gebeurt. Schaduwkant is dat veel beslissingen in verenigingen genomen worden door mensen zonder dat zij daarbij gehinderd worden door grote inhoudelijke kennis. Vakkennis en ervaring zijn niet langer doorslaggevend voor de keuzen die gemaakt worden. Persoonlijke voorkeuren en samenstelling van de muziekvereniging bepalen dan voor een belangrijk deel de weg die begaan wordt.
Onbekend maakt onbemind en je ziet helaas dat veel muziekverenigingen dezelfde (platgetreden) paden bewandelen. Als iets succes heeft, willen anderen dat ook en het repertoire dat je als muziekliefhebber kunt beluisteren is met name de laatste jaren verengd. Te vaak horen we dezelfde werken in een regio en het wordt steeds moeilijker om anderen dan je eigen publiek warm te krijgen voor weer een uitvoering van een topper uit de muziekgeschiedenis. We spelen op save en maar al te vaak worden dezelfde stukken steeds weer opnieuw uitgevoerd. Je ontkomt er bijna niet aan om iets gedurfdst op het programma te zetten. Gelukkig zijn er uitzonderingen, maar de tendens naar vervlakking is sinds de ver doorgevoerde democratisering en het terugtreden van overheden als subsidiënt duidelijk merkbaar. Houden we niet meer van verrassingen? Spelen we liever op save? Kan het publiek maar niet genoeg krijgen van steeds maar weer variaties op een zelfde thema? Ligt het aan het verouderen van de leden van verenigingen of juist aan het publiek? Wordt er niks behoorlijks gecomponeerd? Zijn sommige composities gelieerd aan status? Wil je in een bepaald gezelschap naar bepaalde muziek luisteren? Staat de hedendaagse componist (te) ver af van de praktijk van alledag? Vragen die ineens naar boven komen en waarop ik het antwoord wel eens zou willen weten.
Comments