Het is 1974, ik was beginnend student aan het Brabants Conservatorium te Tilburg en ik hoorde op de gang mooie pianomuziek. Ik bleef aan de deur luisteren, zo mooi vond ik het. Kitty, mijn latere levensgezel, speelde de piano-etude opus 2, nummer 1 van Alexander Scriabin. Ik had nog nooit muziek van hem gehoord en ik vond de compositie prachtig. Ik weet niet meer of het de muziek van Scriabin was die mij van Kitty liet houden of dat het feit dat Kitty zijn muziek speelde en Scriabin's muziek zich voor mij ontsloot. De twee hadden voor mij duidelijk met elkaar te maken, dát weet ik nog wel: mijn verliefdheid voor Kitty en muziek van Scriabin. Nog steeds als ik die compositie hoor, denk ik met plezier terug aan die periode waarin de prille liefde mijn handelen bepaalde. Ik raakte er vorige week zelfs door ontroerd toen ik het voor het eerst sinds lange tijd zelf weer eens op de piano speelde.
Persoonlijke beleving (is er eigenlijk wel een ander?) van de muziek maakte mij ontvankelijker voor de muziek én mijn emoties; het begrip van beide werd verdiept en intenser. Een voor mij mysterieus proces maakte dat ik op een of andere wijze betekenis gaf aan wat ik op dat moment beleefde en niet onder woorden kon brengen. Ik vermoed dat het niet typisch mijn talent is om zo op (kunst)muziek te reageren. Alom zie ik een ontvankelijkheid van mensen om door muziek bepaalde emoties te kanaliseren of te (laten) "verwoorden". Muziek is bij een uitvaart, trouwpartij, festiviteit of eerste verliefdheid is niet weg te denken en grote megasterren en virtuozen genieten een hogere status dan menig ander in de maatschappelijke pikorde. Het "doorgronden" van muziek kan dus ook automatisch plaatsvinden, zonder dat er wetenschappelijke verhandelingen aan te pas komen.
Hermann Hesse (1877-1962) verwoordde de verbinding tussen muziek en beleving in De Steppenwolf (in een vertaling van Maurits Dekker, 1930) als volgt:
Marie vertelde mij van de knappe saxofoonspeler Pablo en van een Amerikaanse Song, die hij voor hen gezongen had. Zij sprak hierover met zoveel meeslependheid, bewondering en liefde, dat het mij ontroerde en aangreep, inniger en heviger dan het hoogste en meest uitgezochte kunstgenot. Ik was bereid mee te dwepen, die song mocht zijn wat hij wilde, Marie's liefdevolle woorden, haar verlangend opbloeiende blik, sloeg grote gaten in mijn kunstzinnige overtuiging. Ongetwijfeld bestond er iets schoons, dat mij boven iedere strijd en twijfel verheven scheen, bovenaan Mozart, maar waar was de grens? Hadden wij kenners en critici niet allen als jongelingen kunstenaars en kunstwerken gloeiend bewonderd, wier waarde ons thans twijfelachtig voorkomt? Was het ons zo niet met Liszt, met Wagner en velen zelfs met Beethoven gegaan? Was niet Marie's bloeiende kinderontroering voor die song uit Amerika een even schone, boven iedere twijfel verheven kunstbeleving als de bewondering van een of andere geleerde voor Tristan of de extase van een dirigent voor de Negende Symfonie?
Hesse snijdt nog een ander probleem aan: is een intense aangewakkerde emotie afhankelijk van de (vermeende) kwaliteit van het kunstwerk die deze emotie oproept? De ervaring van de wereld is per definitie subjectief. Ik heb als individu geen andere keuze dan mijn eigen realiteit te construeren; een realiteit die ik in het dagelijkse leven als objectief ervaar. Heeft het daarom wel zin om iets te ondernemen om tot beter kunstbegrip te komen?
Ik heb veel gehad aan mijn studie Theorie der Muziek, maar ik benader muziek nu totaal anders dan ik toen geleerd heb. Dat wil niet zeggen dat die studie overbodig is geweest; nog steeds heb ik veel plezier van de vaardigheden die ik toen heb opgedaan. Als ik mijn eigen ontwikkelingsgang bekijk, weet ik dat mijn ontdekkingstocht zin heeft gehad, maar ik weet ook dat de "opbrengsten" daarvan op voorhand onvoorspelbaar zijn. Veel studie betekent niet automatisch dat je kunst daarom beter begrijpt of dat de kunstbeleving daardoor intenser of authentieker wordt. De vraag blijft dus gerechtvaardigd of studie en training noodzakelijk zijn om kunst te doorgronden. Ik twijfel daaraan.
Kommentare